zaterdag 2 november 2013

Diner


Een heerlijk voldaan gevoel heb ik achteraf. “Waarom eigenlijk?” vraag ik me af. Waarom geeft dit diner mij het gevoel dat ik precies genoeg gegeten heb, terwijl ik soms meer eet en dit gevoel niet heb? Terwijl ik terugdenk aan de gerechten die voorbij zijn gekomen, schieten de volgende redenen bij mij binnen:
Ik begin al te genieten bij het lezen van de menukaart: geen standaardgerechten, geen ellenlange lijst, maar een paar met zorg uitgezochte mogelijkheden met enkele bijzondere ingrediënten die mijn nieuwsgierigheid prikkelen en waar ik een keuze uit kan maken.
Nadat deze keuze is gemaakt, word ik verrast met een amuse die mijn eetlust verder opwekt.
Ik ben geen wijnkenner, maar vertel de ober van welke smaken ik hou en hij brengt me precies het juiste glas wijn.

Ieder bord dat voor mijn neus wordt gezet is mooi. Alles wat er op het bord ligt, is overduidelijk zeer bewust op die manier, op die plek neergelegd. Elk onderdeel  apart is lekker, maar als ik de onderdelen samenvoeg in één hap, wordt me direct duidelijk waarom deze smaken gecombineerd zijn: Het ene ingrediënt complementeert het andere en al mijn smaakpapillen worden aangesproken.

Zo zou goed onderwijs ook moeten zijn.

Als de leerling te horen krijgt wat hij of zij de komende periode (dag, module, jaar) gaat leren, zou de nieuwsgierigheid geprikkeld moeten worden. Er zou een voorselectie gemaakt moeten zijn waaruit hij of zij onderdelen kan kiezen die aanspreken. Daarna zou de “leerlust” nog verder opgewekt moeten worden door een prikkelend schot voor de boeg. Zomaar, gratis en voor niets!

Als ze dan aan de slag gaan, moet er aantrekkelijk materiaal aangereikt worden. De onderdelen apart leren hen iets, brengen nieuwe vaardigheden en kennis bij. En zodra ze gecombineerd worden, valt alles op zijn plek: De leerling kan iets nieuws en is een stap verder op de weg naar zelfstandigheid!

Voor de leraar geldt dus dat alle ingrediënten bewust moeten zijn gekozen, dat hij of zij helpt waar het nodig is en een stap terug doet als dat kan. Ondertussen controleert hij of zij of alles nog naar wens gaat. Dit kan vanaf een afstand, door te observeren en door te toetsen.

Het is geen utopie die ik hier beschrijf. In mijn klas, maar zeker ook bij anderen heb ik gezien dat dit kan. Ik denk niet alleen dat het kan, maar ook dat het móét. Bewust de stof aanbieden, de leerlust opwekken, helpen waar nodig, loslaten waar het kan en begeleiden en checken zijn de taken van een leraar. Dan kunnen de leerlingen met een voldaan gevoel en volledig gevoed de school kunnen verlaten.



[foto’s gemaakt bij restaurant “Waters of the World” Fontana Bad Nieuweschans]