Ik begin al te genieten bij het lezen van de menukaart:
geen standaardgerechten, geen ellenlange lijst, maar een paar met zorg
uitgezochte mogelijkheden met enkele bijzondere ingrediënten die mijn
nieuwsgierigheid prikkelen en waar ik een keuze uit kan maken.
Nadat deze keuze is gemaakt, word ik verrast met een amuse
die mijn eetlust verder opwekt.
Ik ben geen wijnkenner, maar vertel de ober van welke
smaken ik hou en hij brengt me precies het juiste glas wijn.
Zo zou goed onderwijs ook moeten zijn.
Als de leerling te horen krijgt wat hij of zij de komende
periode (dag, module, jaar) gaat leren, zou de nieuwsgierigheid geprikkeld
moeten worden. Er zou een voorselectie gemaakt moeten zijn waaruit hij of zij
onderdelen kan kiezen die aanspreken. Daarna zou de “leerlust” nog verder
opgewekt moeten worden door een prikkelend schot voor de boeg. Zomaar, gratis
en voor niets!
Als ze dan aan de slag gaan, moet er aantrekkelijk
materiaal aangereikt worden. De onderdelen apart leren hen iets, brengen nieuwe
vaardigheden en kennis bij. En zodra ze gecombineerd worden, valt alles op zijn
plek: De leerling kan iets nieuws en is een stap verder op de weg naar zelfstandigheid!
Voor de leraar geldt dus dat alle ingrediënten bewust
moeten zijn gekozen, dat hij of zij helpt waar het nodig is en een stap terug
doet als dat kan. Ondertussen controleert hij of zij of alles nog naar wens gaat.
Dit kan vanaf een afstand, door te observeren en door te toetsen.
Het is geen utopie die ik hier beschrijf. In mijn klas,
maar zeker ook bij anderen heb ik gezien dat dit kan. Ik denk niet alleen dat
het kan, maar ook dat het móét. Bewust de stof aanbieden, de leerlust opwekken,
helpen waar nodig, loslaten waar het kan en begeleiden en checken zijn de taken
van een leraar. Dan kunnen de leerlingen met een voldaan gevoel en volledig
gevoed de school kunnen verlaten.